Soms maak ik dankbaar gebruik van het telewerkbeleid van mijn werkgever. Zo ook de voorbije woensdag. Ik had het weerbericht in de gaten gehouden en tussen alle herfstachtige dagen zou het op woensdag mooi weer zijn. Een mooie lentezon kon ik prima combineren met mijn nieuwe poging start - to - run.
De zon scheen en er stond een straffe maar wat frisse wind. De natuur leek te herleven na al die grauwe dagen met, toegegeven, de broodnodige regen. De blaadjes van de bomen kleurden felgroen, witte madeliefjes en gele paardenbloemen leken net fluo- stiften. Het eerste bloemetje van de meidoorn was open geknald. Mijn supporters tjiftjaf en zwartkop moedigden me met hun vrolijk gezang aan. Voor een woensdagnamiddag was het verbazingwekkend rustig in het waterwingebied op een viertal wandelaars na. Zij kwebbelden rustig over de voetbal, het vele geld dat er mee werd verdiend maar na een paar teller waren zij ook van de radar verdwenen en kon ik rustig op mijn puffend stoomlocomotief tempo verder lopen.
Het warme weer had ook de vlinders wakker geschud en een scala aan soorten kruisten mijn pad: citroenvlinder (knalgeel), dagpauwoog, een blauwtje, oranjetipje (het mannetje en het vrouwtje) Wat een vlinderfestijn. Ik zag ook nog kleine eendjes, hoorde gemene nijlganzen roepen en konijntjes huppelden vrolijk door de open groen plekken.
Ergens in het bos hoorde ik de groene specht lachen, de buizerds miauwden hoog in de lucht. Ze cirkelen nog rond met drie, ik vermoed dat ze nog volop hun territorium aan het afbakenen zijn. Nog even en binnenkort timmert eer weer eentje op het hoofd van een jogger en komen deze 'agressieve' vogels weer in het nieuws. Op Spitsbergen deden de sternen ook zo iets gelijkaardigs en daar werd aangeraden om een dan stok boven je hoofd te houden. Misschien moeten wij dat ook doen dan?
Na een goeie veertig minuten zat mijn training erop Normaal moet ik dan 'doorstappen' ter afkoeling. Alleen lukte me dat niet zo goed. Het weer in Nederland leek even op het weer van het zonnige zuiden en daar haasten de mensen zich toch ook niet?