We ringen onze kerkuilen om een idee te krijgen over de migratie, de leeftijd, de sterftegraad, de voedselgewoonten en andere gedragingen. De ring is gemaakt van metaal of kunststof en voorzien van een uniek identificatienummer (1 letter en 6 cijfers). De ringen zijn naadloos, waardoor de vogels er zo min mogelijk last van hebben. In regio Waasland – Noord is er een samenwerking tussen de uilenwerkgroep Waasland en de erkende ringer Tim Audenaert. Enkel iemand met een ringvergunning mag de vogels ringen en kan de speciale ringen bestellen.
"Het Panneweel" is gelegen in een ideale leefomgeving voor kerkuilen. Ze vinden er voldoende voedsel om gedurende het hele jaar door te kunnen overleven. Er hangt in de schuur al meer dan 10 jaar een nestkast voor kerkuilen. Deze mooie locatie heeft al verschillende jaren een broedsucces opgeleverd. Ook dit jaar waren er sterke aanwijzingen dat er weer jonge kerkuilen waren. Zodra de kerkuilenjongen een week of drie oud zijn kunnen ze worden geringd. Vanaf die periode zitten de volwassen uilen overdag vaak niet meer bij de jongen in de kast en is de kans op verstoring tijdens het ringen klein.
Op 4 juni 2015 hebben we 3 kerkuilen geringd in ons natuurhuis. De eerste kerkuil had een broedvlek en een adult verenkleed. Dit moest wel het vrouwtje zijn. De andere 2 uiltjes waren jongen van dit broedjaar. De leeftijd van de jongen wordt berekend aan de hand van de vleugellengte en het gewicht. Respectievelijk vleugel 226mm, gewicht 365g (50 à 55 dagen oud) en vleugel 244mm, gewicht 309g (50 à 55 dagen oud).
Soms wordt er gedacht dat de oudervogels de jongen zullen verstoten omdat ze een mensengeur bij zich dragen na het ringen. Het reukvermogen van de kerkuil is echter gering en dat is maar goed ook. Medewerkers van de Uilenwerkgroep die eens het deksel van een bewoonde uilenkast openden kunnen ervan meespreken. Het is een heel sterke ammoniakgeur.
Door dit ringen krijgen we als werkgroep meer inzicht in de verplaatsingen en de populatieopbouw van de kerkuil in onze regio. Uit ringonderzoek is gebleken dat bijna 70% van de kerkuilen het eerste levensjaar niet overleefd. Vooral de eerste vier maanden, direct na het uitvliegen, is een kritische periode voor iedere kerkuil. Onervarenheid bij het zoeken naar voedsel en moeite hebben met het ontwijken van allerlei obstakels zoals ramen en prikkeldraad, vormen de belangrijkste doodsoorzaken. Als dit al niet genoeg is, komen er daarnaast schrikbarend veel kerkuilen om in het verkeer. Echt dramatisch wordt het in strenge winters met veel sneeuw. De kerkuil is binnen een week ten dode opgeschreven wanneer de sneeuwlaag zo dik is dat muizen niet meer voor de kerkuil bereikbaar zijn. Gelukkig zijn de laatste jaren de winters vrij zacht wat onze kerkuilen ten goede komt.
Vindt u ooit een dode kerkuil met een ring? U kan dit steeds melden aan de kerkuilenwerkgroep via onderstaande link: http://www.kerkuilwerkgroepvlaanderen.be/site2015/ meldpunt.
Alle waarnemingen van uilen in het Waasland mag u ook steeds doorgeven aan de Uilenwerkgroep Waasland.
Kenny Vereecken - Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.