Natuurblog

banner natuurgebieden

Op een week tijd stapten we van een ijskoude met sneeuw bedekte wereld over in een zonovergoten daar is de lente wereld. 

De winterse wandelingen waren een lust voor het oog: tijdens het zingen van het liedje ‘De eerste sneeuw’ werden we in het bos getrakteerd op bendes koperwieken die met hun mooie oranje oksels de saaie wereld een beetje kleurden.  Deze vogels waren helemaal niet schuw en daardoor had ik echt de kans om ze van dichtbij te bestuderen en viel hun oogstreep echt op.

Tijdens de winters wandelingen werd ik verrast door vele eekhoorns.  Bruine lijfjes met een mooie pluimstaart klauterden bliksemsnel langsheen de boomstammen omhoog en omlaag en zwiepten met een enorme souplesse  van de ene tak op de andere.

Plots begon het te dooien, kwam het groene gras en mos terug te voorschijn en konden we genieten van de zon.  Krokussen springen open, spechten timmeren er vrolijk op los.  De vink zingt, weliswaar aarzelend, zijn eerste Suske Wiet dit jaar, de citroenvlinder fladdert vrolijk rond en vanuit de hoogste top, badend in het zonlicht, zingt de zanglijster zijn mooiste lied.

Ook in mijn tuin is het lente: de strijd om de nestkast is beslecht: de pimpelmees heeft het gehaald van de koolmees.  Met veel geluk heb ik binnenkort weer zicht op de jongen die nieuwsgierig de wereld inkijken vanuit het vlieggat.

De winter loopt op zijn laatste benen, eindelijk lente.  Maar hiermee nadert ook weer afscheid, afscheid van mijn geliefkoosde staartmezen.  In volle winter stuiterden ze in groep regelmatig doorheen de tuin op zoek naar voedsel, een grote bol staartmezen, vrolijk en zacht kwetterend, hangend aan de vetblokken. Intussen is de grote bol uiteengevallen en vormen de staartmezen weer koppeltjes en de cyclus begint van voor af aan.

Ik kijk uit naar het nest van de pimpelmezen, ik hoop stiekem dat de grote bonte specht zich nestelt in een van de eikenbomen achter mijn tuin.

Eindelijk is de lente daar.