Natuurblog

banner natuurgebieden

Natuurblog

Ons natuurblog is een verzameling van studies, bedenkingen, observaties over onze natuurgebieden, over soorten, over allerlei interessante onderwerpen. 


Heb je je ooit al eens afgevraagd hoe ver de rode veertjes van de roodborst rijken op dat fragiel lijfje?

Ik wel.  Ik vroeg het me af tijdens de Quiz van Natuurpunt Waasland Noord, editie 2019.  Beperkt het rood zich enkel tot de borst of gaat het verder … Tot over zijn kop?


Zondag ochtend: mijn koffie, mijn Sint- speculaas (jaja, de sint komt dus ook nog terwijl je toch voor de zekerheid in deze barre tijden de kerstboom al hebt opgesteld) en verrekijker bij de hand… zo zit ik in de zetel, geflankeerd door 2  katten die samen met mij de tuinvogels in het oog houden.


Ik ben Ilse.  Als kind stelde ik mijn spreekbeurt over het konijn op aan de hand van info uit de bibliotheek.  Ongeveer 10 jaar later gebruikte ik volop internet om mijn eindwerk over Slovenië op te stellen.

Ik heb een haat – liefde verhouding met de digitale wereld: het liefste van al zoek ik mijn informatie nog steeds op in een boek, schrijf ik mijn teksten uit met pen, papier en veel fluo – kleuren om nadien alles over te typen.  Dubbel werk, dat wel… maar het geeft mee een goed gevoel (Ik heb echt ‘gewerkt’.) Digitale schermen, het is allemaal leuk en wel maar als de zon er in schijnt, dan zie je ook niks… Vermoedelijk gekende opmerkingen?


Met het warme weer van de voorbije weken is het libellenseizoen van start gegaan. Ondertussen, einde april, staat de teller op 8 waargenomen soorten (inventarisatie libellen KvS). De Glassnijder, de Vroege glazenmaker en Variabele waterjuffer zetten we graag in de kijker.


Samen met compaan Hubert de Bock zoeken we overal in het Waasland al zo'n 30 jaar akkers af op zoek naar archeologische sporen. Hierbij treffen we regelmatig fossielen aan. Meestal bleef dit bij een stukje fossiel bot of hout en de occasionele haaientand. Op sommige akkers bleken echter concentraties aan haaientanden te liggen. Mijn liefde voor oude dingen is begonnen door als kind naar haaientanden te zoeken in de kleiputten van Tielrode en Steendorp, thans als oude man keer ik terug op mijn stappen. We zullen twee vindplaatsen bespreken, één langsheen de spoorzate / Watergang van de Hoge landen te Kemzeke en één langsheen de Loeverbeek in de Loeverstraat te St-Gillis-Waas.


In 2013 werd Amanita simulans voor het eerst op naam gebracht in Vlaanderen, in het Steengelaag in Stekene. De soort werd gevonden door Hugo De Beuckeleer en op naam gebracht door André Fraiture. Zij maakten hierover vervolgens samen een publicatie in het tijdschrift Sterbeeckia van de KVMV.

Deze recent beschreven soort (Contu, 2001) blijkt nog steeds weinig bekend bij mycologen. De soort werd mogelijk verward met Bleke amaniet (Amanita lividopallescens) en Grijze slanke amaniet (Amanita vaginata), omdat hier in de gebruikte literatuur nog geen sprake van was. Een officiële Nederlands naam is er nog niet, maar een naam als ‘dubbelgangeramaniet’ zou in de lijn liggen van de wetenschappelijke naam (simulans = veinzend, simulerend).

Of je nu een grote of een kleine tuin hebt, er is niet veel nodig om van je tuin je eigen mininatuurgebied te maken. Om meer dieren in je tuin te krijgen zijn voedsel, beschutting en afwisseling belangrijk.

We ringen onze kerkuilen om een idee te krijgen over de migratie, de leeftijd, de sterftegraad, de voedselgewoonten en andere gedragingen. De ring is gemaakt van metaal of kunststof en voorzien van een uniek identificatienummer (1 letter en 6 cijfers). De ringen zijn naadloos, waardoor de vogels er zo min mogelijk last van hebben. In regio Waasland – Noord is er een samenwerking tussen de uilenwerkgroep Waasland en de erkende ringer Tim Audenaert. Enkel iemand met een ringvergunning mag de vogels ringen en kan de speciale ringen bestellen.

De steenuil is onze kleinste uilensoort in de Benelux. Het is een klein uiltje van ongeveer 21 tot 23 cm. De steenuil heeft een platte kop met felle gele ogen en heeft aan de bovenkant bruine veren met lichte vlekken. De steenuil heeft het liefst een landschap met weilanden, knotwilgen, fruitbomen en oude schuurtjes. Bloemrijke weilanden zijn een echt muizen- en regenwormparadijs, dus daar vindt hij veel voedsel. Knotwilgen, fruitbomen en schuurtjes hebben dikwijls holletjes waarin de steenuil zijn jongen kan grootbrengen. De steenuil is ook dikwijls overdag actief en is te zien op knotwilgen of weidepaaltjes. De meeste mensen zien hem echter niet, omdat hij zo klein is. Als hij op een paaltje zit is het net of dat gewoon wat langer is.